Inloggen
';
";
TrainersMagazine
De Oefenstof Database
U bent niet ingelogd. Inloggen
Abonneer
Het scheppen van basisvoorwaarden voor dieptespel | Oefenstof Special
| Bedankt voor uw mening!
Maandag 10 December 2018

“Dieptespel begint in mijn ogen met het vertrouwen in de eigen technische vaardigheid en het daaraan gekoppelde kijkgedrag. Door vooruit te kijken met en zonder bal weet een speler welke opties hij heeft. Dat hangt samen met comfortabel zijn aan de bal. Een speler moet het vertrouwen hebben dat hij zich kan richten op het scannen van de omgeving, omdat zijn aanname altijd dusdanig goed is dat hij de bal afschermt, of zelfs vooruit kan spelen.”

Tekst: Tom Druppers | Beeld: Lars Delnoy

“Als je op latere leeftijd een spelprincipe als diepte voor breedte wilt hanteren moet je beginnen met het opleiden van spelers die over de benodigde vaardigheden beschikken. Pas daarna kun je het gaan hebben over keuzes die gemaakt worden, want als een speler niet ziet dat er een aanspeelmogelijkheid in de diepte is, is het ook moeilijk om hem daarop te coachen.”

“Stap voor stap kun je tot de beoogde ontwikkeling komen. Kinderen tussen de acht en twaalf jaar zijn erg leergierig, waardoor ze dingen snel oppikken. Oefenvormen moet je dan zo inrichten dat het kijkgedrag en de techniek tegelijkertijd getraind worden. Zeker bij deze leeftijdsgroep is dat erg belangrijk, omdat expliciete coaching minder effect sorteert bij jonge kinderen. Het ervaren is naar mijn mening dan een stuk leerzamer. Wanneer een speler vaak in vergelijkbare situaties gebracht wordt, zal hij op termijn steeds betere keuzes maken. Uiteraard is het dan leerzaam om de omstandigheden steeds net iets te veranderen, waardoor het uitdagend blijft.”

“Om diepte in het spel van je ploeg te creëren is het essentieel dat er veel beweging is zonder bal, anders blijft een team de bal, bij gebrek aan andere opties, breed spelen. Het explosief loskomen van een tegenstander is een belangrijke voorwaarde, want daardoor kun je zelf de bal ontvangen, of maak je ruimte voor een ploeggenoot.”
 
“De oefenvormen die ik uitlicht zijn gericht op het geven van een pass, of het maken van een loopactie. Techniek, kijkgedrag, vrijlopen en dús dieptespel komen samen in deze oefenvormen. De bedoeling is dat spelers dan zelf in wedstrijden dit soort situaties gaan herkennen, waardoor het spelprincipe diepte voor breedte ook echt tot uiting kan komen.”


Passvorm: dieptespel (kijkgedrag)



Organisatie
- 6-8 spelers per organisatie
- Veldafmetingen: 30 x 20 meter (lengte / breedte)
- Aan de overzijde van het vak minimaal drie gekleurde pylonen
- Speler 2 maakt een loopactie in de linker- of rechterruimte tussen de pylonen. Speler 3 beweegt naar één van de drie pylonen toe, wanneer speler 1 de bal inspeelt naar speler 2
- Wanneer de bal wordt ingespeeld kijkt speler 2 over de schouder, neemt hij de bal aan, benoemt de kleur van de pylon waar speler 3 staat en speelt de bal vervolgens in
- Speler 1 sluit achter aan bij speler 6. Speler 2 neemt de positie over van speler 3. Speler 4 neemt de plaats van speler 2 in. Speler 3 dribbelt terug naar het startpunt en sluit aan achter speler 5

Coaching
- Explosieve loopactie in de vrije ruimte
- Opengedraaid staan
- Kijkgedrag in de diepte (kleur benoemen)
- Bal inspelen op het verste been


Positiespel: dieptespel na balverovering



Organisatie
- 10-16 spelers per organisatie
- In het (onderste) vak wordt gestart met een positiespel 6 tegen 4 met 1 neutrale speler. Wanneer de blauwe spelers de bal veroveren mogen zij hun teamgenoten aanspelen in het andere vak en wordt daar hetzelfde positiespel gespeeld, met blauw als overtal
• Na een balverovering blijven twee spelers van geel (of blauw) in het vak staan (koppeltjes maken)
• De neutrale speler beweegt altijd mee naar het nieuwe vak

Coaching
- De twee achterblijvende spelers moeten zo positie kiezen dat ze direct aanspeelbaar zijn bij een balverovering
- Het viertal dat verdedigt blijft dicht bij elkaar en kiest een gezamenlijk moment om explosief druk te zetten
- Meteen de ruimte inkijken na een balverovering (diepte)

Variatie
- Aantal balcontacten per speler beperken
- Spelersaantallen aanpassen


Partijspel 7 + K tegen 7 + K met drie vakken



Organisatie
- Er wordt een partijspel 7+K tegen 7+K gespeeld op een lang, smal veld
- Het veld is opgedeeld in drie vakken, waar spelers vanuit hun eigen zone spelen. Ze mogen dit vak niet verlaten, tenzij de bal door één van hen vooruit wordt gespeeld. Dan sluit de speler die diep gespeeld heeft bij, waardoor er een overtal in het nieuwe speelvak ontstaat

Coaching
- Direct diep spelen als de kans zich aandient
- Kijkgedrag aan de bal (inspelen) en over de schouders (ontvangen)
- Explosief vrij maken van de tegenstander en duidelijk de bal vragen
- Overtalsituatie uitspelen door direct de vrije man te zoeken, waardoor er opnieuw diep gespeeld kan worden

Variatie
- Aantal balcontacten per speler / vak beperken
- De bal mag maximaal een aantal seconden in één vak zijn, anders ontvangt het andere team de bal
- Niet alleen het balbezittende team levert een speler in het nieuwe speelvak, maar ook het verdedigende team, waardoor er weer een gelijk aantal spelers ontstaat


Passvorm: scoren op (gekleurde) doeltjes



Organisatie
- 2-6 spelers per organisatie
- De doeltjes aan de overzijde krijgen ieder een kleur d.m.v. hesjes / poortjes
- De bal start bij speler 2, die de bal inspeelt nadat speler 1 een voor-/loopactie heeft gemaakt in schuine richting naar de bal
- Op het moment dat de bal wordt ingespeeld houdt de trainer een hesje omhoog met de kleur van een van de drie doeltjes
- Speler 1 ontvangt de bal, kijkt over zijn schouder, om daarna direct te scoren in het door de trainer benoemde doeltje
- Wanneer er met meerdere spelers gewerkt wordt wisselen de tweetallen elkaar af

Coaching
- Explosieve loopactie in de vrije ruimte
- Opengedraaid staan
- Kijkgedrag in de diepte (over de schouder)
- Bal inspelen op het verste been


Passvorm: open aanspeellijnen in de diepte



Organisatie
- 4 spelers per organisatie
- De trainer staat bij het startpunt, waar de ballen zijn verzameld
- De trainer speelt de bal in naar speler 1 of 2
- Speler 1/2 ontvangt de bal, kijkt vooruit en probeert direct speler 3 aan de overzijde van het te bereiken middels een pass
- Speler 1 van blauw probeert de passlijn dicht te maken, zodat de bal niet naar speler 3 gespeeld kan worden
- Speler 1 en speler 2 mogen de bal overspelen, om de pass naar speler 3 mogelijk te maken

Coaching
- Over de schouder kijken voordat de bal door de trainer wordt ingespeeld
- Opendraaien zodat de bal meteen naar speler 3 gespeeld kan worden
- Inspelen op het juiste been, met de juiste snelheid
- Verdediger 1 en aanvaller 3 bewegen met de bal zodat ze de pass kunnen onderscheppen / ontvangen

Variatie
- Aantal balcontacten beperken (aanvaller 1 en 2)
- Speler 1 van blauw mag ook uit zijn vak om druk te zetten
- Extra verdediger van blauw toevoegen (moeilijker maken)


Partijspel 7 tegen 7 met omgekeerde doeltjes



Organisatie
- 12-16 spelers per organisatie
- Er wordt een partijspel 7 tegen 7 met omgekeerde doelen gespeeld zonder keeper
- Beide teams kunnen niet meer van afstand scoren, maar zijn verplicht om diepte in hun spel te creëren waardoor ze uiteindelijk kunnen scoren op het omgekeerde doel

Coaching
- Proberen om direct diepte te zoeken als de mogelijkheid er is
- Kijkgedrag: over de schouder en over de bal kijken om vooruit te kunnen denken
- Explosief vrijlopen en duidelijk de bal vragen
- Juiste ruimte kiezen om de bal te vragen
 

Wil je het hele artikel lezen?

Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op De Oefenstof Database. Je hebt al toegang tot alle artikelen, 2000+ oefenvormen en honderden trainingen voor 27 euro per jaar.

Abonneren voor €27


Toegang tot De Oefenstof Database is gratis voor totaalabonnees op TrainersMagazine