Inloggen
';
";
TrainersMagazine
De Oefenstof Database
U bent niet ingelogd. Inloggen
Abonneer
5 redenen om geen pass- en trapvormen meer op de training te doen
| Bedankt voor uw mening!
Dinsdag 18 Oktober 2016
De pass- en trapvorm is een populaire oefening onder voetbaltrainers in Nederland. Loop op een willekeurige avond langs een voetbalveld en je ziet veel teams pass- en trapvormen doen. Het ziet er mooi uit, het is makkelijk en goed te organiseren en je kunt de vorm als trainer goed naar je hand zetten. Het is vrij eenvoudig om coachmomenten aan te geven en deze kunnen spelers ook nog eenvoudig uitvoeren.

Daarnaast, zelfs tot op het hoogste niveau worden deze getraind. Denk maar aan de driehoek van Van Gaal, die ze bij het Nederlands elftal vaak deden, de oefenvorm van Ronald Koeman in de voorbereiding bij Everton, de pass- en trapvorm in voorbereiding van Feyenoord of de Y-vorm die we eerder bij Bayern München zagen.

Van Gaal en Koeman staan te boek als topcoaches, Feyenoord staat op moment van schrijven nog zonder puntverlies bovenaan in de eredivisie en ook Bayern München is de absolute top van de wereld.

1: Technisch beter passen leer je niet door steeds hetzelfde te herhalen
De vraag is waarom je pass- en trapvormen doet. Om de pass te verbeteren? Bij het aanleren van motorische vaardigheden gaat het niet er om dezelfde handeling steeds exact te herhalen, maar de spelers steeds in andere situaties laten komen. Dit bereik je minder goed door vaste pass- en trapvormen te doen die van pylon naar pylon gaan. Hetzelfde bijvoorbeeld voor het leren schieten van een bal. Zie ook een eerder verschenen artikel over differentieel leren.

2: De speler staat niet centraal
In pass- en trapvormen zonder tegenstander staat de coach vaak centraal. Die bepaalt dat er van A naar B, van B naar C en van C naar D wordt gespeeld en de speler voert dit uit zonder zelf eigenlijk bij na te denken. Vaak staan de spelers tijdens de vorm ook nog geruime tijd stil omdat de coach aan het woord is om aan te geven wat er anders gedaan moet worden.

Een speler leert beter en sneller op het moment dat de speler zelf het middelpunt van het leerproces is. Het beste leerproces komt daarnaast niet door instructie van de trainer, het is de taak van de ander om de spelers in situaties te brengen waarin zij zelf technische en tactische keuzes moeten maken, waar zij zelf een antwoord op moet vinden, waardoor dit in hun geheugen opgeslagen wordt.

3: Je leert geen cognitieve vaardigheden in de situatie
Een goede beslissing nemen komt voort uit de dingen die een speler waarneemt en daarna op de juiste manier verwerkt. Naast een goede technische uitvoering van een pass, bepaalt vooral ook de richting en de timing van de pass of deze effectief is in het aanvalsspel. Het bepalen van deze richting en timing heeft met heel veel factoren te maken, waarbij de bal, de medespelers en de tegenstanders een rol spelen. Op basis van al die informatie moet de speler een keuze maken. Komt de medespeler in de bal om een vooractie te maken of juist om de bal te vragen? Dekt de tegenstander kort door of niet? Heeft de speler voldoende tijd om die bal te geven of moet de speler bal misschien kappen? Komt er door de loopactie van de medespeler misschien een andere speler nog beter vrij? Er komen cognitieve vaardigheden aan te pas om deze informatie te lezen, te verwerken en daarnaar te handelen. Dat is belangrijk voor voetballers.

4: Er wordt vaak gestart vanuit een stilliggende bal
Dit geldt niet voor iedereen, maar vaak wordt een pass- en trapvorm gestart met een bal die stil ligt. Dit gebeurt in de wedstrijd bij een achterbal of vrije trap, maar verder eigenlijk niet. Hierdoor haal je nog een weerstand weg bij een speler die goede keuzes moet maken in de wedstrijd.

Dit probleem is natuurlijk eenvoudig op te lossen door bijvoorbeeld met een dribbel te starten, maar zie je vaak niet in de meeste pass- en trapvormen.

5: Spelers halen minder plezier uit pass- en trapvormen
Wanneer je spelers vraagt wat ze het leukste onderdeel van de training vinden, dan zullen er maar weinig met de pass- en trapvormen komen. Desondanks is er vaak wel een grote acceptatiegrens, vooral bij de wat oudere jeugd en seniorenspelers. Spelers accepteren dat het er bij hoort.

Jeugdspelers zullen vaak meer moeite hebben om hun concentratie er bij te houden, hun aandacht verliezen en zullen daardoor minder plezier beleven aan deze pass- en trapvormen.

Tenslotte
Het is natuurlijk niet zo dat een pass- en trapvorm totaal zinloos is om op de training te geven. Elke uur dat je aan voetbal besteed, is er weer één. Het gaat er om dat je vormen kunt doen waardoor spelers een paar procent beter leren. Zo zal een positiespel 4 tegen 2 meer rendement opleveren dan als die 4 spelers een pass- en trapvorm doen.

In een volgend artikel zullen we verder ingaan – als je toch graag pass- en trapvormen wilt blijven doen – hoe je door eenvoudige aanpassingen er meer rendement uit kunt halen.
  

Wil je het hele artikel lezen?

Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op De Oefenstof Database. Je hebt al toegang tot alle artikelen, 2000+ oefenvormen en honderden trainingen voor 27 euro per jaar.

Abonneren voor €27


Toegang tot De Oefenstof Database is gratis voor totaalabonnees op TrainersMagazine