Inloggen
';
";
TrainersMagazine
De Oefenstof Database
U bent niet ingelogd. Inloggen
Abonneer
Oefenstof special: De oefenvormen van Pepijn Lijnders
| Bedankt voor uw mening!
Woensdag 3 Augustus 2016
In het TrainersMagazine van augustus interviewde we Pepijn Lijnders. In dit artikel ging hij in op verschillende oefenvormen. Deze vindt u in deze oefenstof special terug:

“Wij realiseren ons daarnaast natuurlijk dat voetbal complex, onvoorspelbaar en steeds instabiel is. De wedstrijd is eigenlijk één chaos. (..) Die chaos wil je ook op de training creëren. Dit doen we vaak in tactische en technische rondo’s. Een tactische rondo is bijvoorbeeld het positiespel 3 tegen 3 plus 3, in drie kleuren. Dit spelen we in 12 bij 12 meter en het team dat de bal verliest, probeert natuurlijk meteen weer de bal te winnen. Het team dat de bal verovert gaat op balbezit spelen. Dit is een uitstekend voorbeeld van chaos creëren: je verovert namelijk de bal, er komen drie spelers op je af en jij moet de andere kleur zien te vinden. Jij als trainer creëert door de vorm dus de chaos en de spelers moeten proberen die chaos te controleren. Die moeten de bal afschermen, naar de juiste kant doordraaien of de bal te liften om op die manier balbezit te houden.”

 

#805: Positiespel 6 tegen 3 in 3 teams


“Natuurlijk is het belangrijk hierin dat we niet willen dat als je de bal verliest, dat je dan eerst even teleurgesteld bent en dan pas gaat. We willen passen, schieten, snelle combinaties maken en als we de bal hebben, dan moeten we er meteen boven op zit. Er zit tussen tactisch idee en relatie naar de wedstrijd achter, maar we spelen het als een rondo. Deze vorm is ideaal te gebruiken na de warming-up en een vorm die in het teken staat van collectieve ontwikkeling waar bijvoorbeeld onze counter pressing centraal staat. Met deze vorm krijg je spelers op een bepaald denkniveau en in een bepaalde focus  voor de volgende vorm.”

“Je kunt in zo’n vorm ook uitstekend verdedigend coachen. De dichtstbijzijnde speler moet druk zetten, de andere twee moeten er voor zorgen dat we in driehoeken verdedigen. Dat past namelijk het dichtst bij onze principes. De voorste speler moet vol gaan, de andere twee moeten zo dicht mogelijk komen. Zij moeten altijd de bal kunnen zien en daarmee krijg je automatisch driehoeken. En op het moment dat ze de bal kunnen zien, kunnen ze ook de pass onderscheppen. De voorste speler moet agressief zijn, maar daarmee bedoelen we wel agressief tegenover zichzelf, dus nooit tegen de tegenspeler. Pas dan leer je altijd beter verdedigen. De training is er niet om ‘professionele’ overtredingen te maken, daarmee word je niet beter in verdedigen.”

“In dit soort vormen is het overigens belangrijk dat de spelers zelf weer de bal inbrengen en niet de coach. Hierdoor wordt de arbeids-rust verhouding zelf gecontroleerd door de spelers. Als ze heel moe zijn, zullen ze niet zo snel een nieuwe bal inspelen. Er komt ook geen stopwatch bij te pas, maar terug naar de straat en op gevoel. Zoals Wiel Coerver altijd al zei: ‘een stopwatch heeft nog nooit een speler beter gemaakt.’ Dat is nog steeds toepasbaar. Volgens mij worden spelers alleen maar beter, als ze fris zijn, dus als ze daadwerkelijk informatie kunnen absorberen.”

“Bij een technische rondo moet je bijvoorbeeld denken aan een positiespel 5 tegen 3 met 3 ballen. Individueel beter worden gaat niet alleen om ik en de bal tegen een andere tegenstander, maar spelers hebben ook altijd een connectie met een andere speler. Dit positiespel is bijvoorbeeld uitstekend geschikt om het dribbelen te trainen. Twee spelers hebben immers hulp, maar één speler heeft geen hulp. Die ene speler moet de bal beschermen, vrij maken en dribbelen. Aan de andere kant leren verdedigers dat ze je als verdediger twee spelers kan verdedigen. Je moet de ballijn naar de andere spelers afschermen en vervolgens druk zetten.”
 

#1898: Positiespel 5 tegen 3 met meerdere ballen

“In deze vorm moet de speler de verbinding (het overspelen) zien, maar aan de andere kant moet een speler in staat zijn om de vrij te kunnen maken of iemand uit te kunnen spelen. Door dit steeds te herhalen creëer je ontwikkeling, maar met interactie en verbinding. En ook belangrijk: iedere speler heeft vrijheid van expressie, dus iedere speler doet het op zijn eigen manier. Er zit heel veel marge om te ontwikkelen. Bij de jeugd ligt dat misschien in het ontwikkelen van het individu, hier is het als collectief.”

“Het bewegen zonder bal is erg belangrijk, zo moeten middenvelders steeds vrij komen om de bal vooruit te kunnen brengen. Dat kun je continu herhalen, daar zit geen einde aan. Of hoe kunnen spitsen bewegen zodat ze ingezet kunnen worden om een derde man te vinden. Of hoe middenvelders door bewegen na een pass. Dit kun je bijvoorbeeld trainen in een positiespel 1 tegen 1 plus 2. Spelers moeten zich continue vrijmaken met én zonder bal om uiteindelijk een betere passingsmogelijkheid vooruit te kunnen creëren. Daarnaast, doordat je twee kanten op speelt, is er meer hectiek en chaos en worden je zintuigen meer geprikkeld.”
 

#1851: Positiespel 1 tegen 1 + 2 neutrale spelers

 

Wil je het hele artikel lezen?

Log dan in met je account van TrainersMagazine of abonneer je op De Oefenstof Database. Je hebt al toegang tot alle artikelen, 2000+ oefenvormen en honderden trainingen voor 27 euro per jaar.

Abonneren voor €27


Toegang tot De Oefenstof Database is gratis voor totaalabonnees op TrainersMagazine