Organisatie
- De trainer heeft twee hesjes vast, een oranje en gele. Oranje staat voor terugspelen, geel voor diepte zoeken
- Speler 1 speelt speler 2 in. Speler 2 moet al voor het ontvangen van de bal over de schouder hebben gekeken. Oranje? Opendraaien, diepte zoeken d.m.v. een dribbel en afwerken. Geel? Uitkaatsen in de breedte op speler 3 die dezelfde oefenvorm uitvoert speler 4. Dit kan vervolgd worden tot nog twee spelers, waarna de bal in plaats van links naar rechts gaat in de oefenvorm, ook van rechts naar links kan gaan
- De oranje rondjes in de tekening kunnen bijvoorbeeld dummy’s zijn
Coaching
- Spelers 2, 4 en 6 proberen zich zo te positioneren dat ze makkelijk in de diepte kunnen kijken
- Bal hard inspelen door speler 1, 3 en 5 om zo spelers te dwingen onder druk snel te handelen
- Bal vooruit aannemen en in minimaal aantal handelingen proberen de dribbel in zetten en een 1 v 1 opzoeken met de keeper